Klachten zoals somberheid, angst, prikkelbaarheid, onzekerheid tegenover anderen, spanningen of eetproblemen uiten zich ook lichamelijk. Daarom richt een psychomotorisch therapeut zich met name op wat het lichaam aangeeft. Bijvoorbeeld:
- Houding
- Ademhaling
- Lichamelijke spanningen
- Lichaamstaal
- Manier van bewegen
Door middel van bewegingsvormen wordt het kind of de jongere zich meer bewust van eigen gedachten en gevoelens. Of waar hij of zij goed in is. Het kind of de jongere leert ook probleemsituaties anders te benaderen en beperkingen te accepteren.
Voorbeelden van psychomotorische therapie zijn running therapie en bokstherapie. Wandelen of hardlopen en boksen worden dan als bewegingsvorm ingezet.