Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Samen verder: ’t Anker verandert met alle perspectieven - Deel 2

Onderwijs binnen ’t Anker: ‘Wat anderen niet kunnen, doen wij wél’

Na het kritische rapport van oud-bewoner Jason Bhugwandass is er binnen de JeugdzorgPlus van de iHub-locatie ‘t Anker veel verbeterd. De instelling zet inmiddels belangrijke stappen in de zorg voor jongeren met complexe problemen en voerde nieuwe standaarden rond vrijheidsbeperking door. Toch worden er, in lijn met landelijke plannen om de gesloten jeugdzorg af te bouwen, sinds 1 april geen nieuwe kinderen meer opgenomen.

Aan het woord in deel twee van een drieluik: onderwijsdirecteur Eri Hoopman en coördinator Sander Bovenlander. Over hun vernieuwende onderwijsaanpak, waarin nabijheid belangrijker is dan regels. Over jongeren die opbloeien omdat ze zich gezien voelen. En over het belang om opgedane kennis nú door te geven aan het regulier onderwijs.


Met het voornemen om iHub-locatie ’t Anker te sluiten, lijkt ook het lot van Scholengemeenschap Harreveld bezegeld. De twee locaties, waarvan één binnen de instelling en de andere aan de rand van het Achterhoekse dorp is gevestigd, nemen sinds 1 april geen kinderen meer op. Nu volgen er nog zo'n 45 jongeren voortgezet speciaal onderwijs, maar die zullen per 1 januari 2026 allemaal uitgevlogen zijn.

"Met een leegloop zou alle kennis en ervaring die de afgelopen jaren is opgebouwd verloren gaan" - Eri Hoopman

Lange geschiedenis

Het idee van leeglopende klaslokalen stemt directeur Eri Hoopman somber. “Hoe houd je het voor personeel interessant als hier straks nog maar een paar kinderen zitten? Met een leegloop zou alle kennis en ervaring die de afgelopen jaren is opgebouwd verloren gaan”, zegt hij. “Dat zou natuurlijk zonde zijn, want we hebben hier een hele lange geschiedenis. Ik vind dat we best trots mogen zijn op de wijze waarop wij hier met kinderen werken, ze zien groeien en zichzelf hervinden.”

Coördinator Sander Bovenlander wijst op de vernieuwende rol van het onderwijs binnen ‘t Anker. “Ik zie onszelf als een voorloper in het anders vasthouden van jongeren met problematiek", zegt hij. Met ‘anders’ bedoelt hij een minder beheersmatige aanpak. “Eerder dan in de zorg hebben we in het onderwijs de deuren opengezet en geprobeerd de jongeren mee naar buiten te nemen.”

"Ik zie onszelf als een voorloper in het anders vasthouden van jongeren met problematiek" - Sander Bovenlander

Verbinding zoeken

Ook wordt er binnen het onderwijs al veel langer vanuit de mogelijkheden van jongeren gedacht, in plaats van hun belemmeringen, vertelt Eri. Om vanuit die insteek te kunnen werken, hebben hij en zijn collega's veel gehad aan de trainingen van traject Pedagogische Tact (PT). “Dat gaat uit van het statement dat deze kinderen ontkoppeld zijn en verbinding zoeken met zichzelf en met hun omgeving. Wij zijn het instrument om ze daarmee te helpen.”

Dit betekent in de praktijk dat je als leerkracht of begeleider altijd in verbinding blijft. “Dus je stuurt nooit een kind de klas uit”, zegt Eri. Het lijkt een logische gedachte om een leerling die klasgenoten in het leren belemmert uit de groep te verwijderen. “Maar wij hebben het omgedraaid. We zeggen nu: dit kind heeft jou op dit moment nodig. Dus voor hem of haar moet je er nu zijn. Zo laat je meteen aan die anderen zien: als jij het moeilijk hebt, ben ik er ook voor jou.”

Kinderen voelen zich gezien

Ook is het team geschoold in het geven van ‘traumasensitief onderwijs’, wat aansluit bij de manier van werken op de leefgroepen. Daarbij kijken medewerkers met een onderzoekende blik naar ‘moeilijk verstaanbaar gedrag’ - iets dat vroeger nog ‘probleemgedrag’ heette. “Het vertrekpunt is dat het niet aan het kind ligt. Hoe oud hij ook is, hoe boos hij ook kijkt, de oplossing ligt echt bij jou”, zegt Sander. Deze aanpak werkt volgens hem veel beter dan de oude. “Kinderen voelen zich gezien.”

De trainingen hebben het onderwijsteam het gereedschap gegeven waar het al langer naar zocht. “Wat docenten nu meekrijgen aan pedagogische bagage, had ik graag willen weten toen ik begon”, zegt Eri. Van grote waarde is voor hem vooral het inzicht dat nabijheid belangrijker is dan autoriteit. “Het gaat niet om die regels, die snappen ze eigenlijk wel. Het gaat erom dat ze zich veilig voelen en weten dat ze bij jou terecht kunnen als ze het moeilijk hebben. Ik ben heel blij dat we die ontwikkeling hebben ingezet.”

Dat dit werkt is ook te danken aan een nauwere samenwerking met behandelaars, pedagogisch medewerkers en tussen docenten onderling. Behandelplan en onderwijsstrategie worden per jongere steeds met elkaar afgestemd. En wanneer er iets met een kind aan de hand is, komen verschillende verantwoordelijken bij elkaar om het verder te helpen. Eri: “We hebben geleerd dat je als team samen moet handelen.”

Het gaat erom dat ze zich veilig voelen en weten dat ze bij jou terecht kunnen als ze het moeilijk hebben. Ik ben heel blij dat we die ontwikkeling hebben ingezet.

Álle jongeren gaan naar school

Opvallend is het lage verzuim bij ‘t Anker. Dit heeft te maken met het standvastig naleven van het beginsel dat álle jongeren naar school gaan. Dat geldt ook voor degenen die al drie jaar geen klaslokaal van binnen hebben gezien. Sander: “Dat benaderen we wel zakelijk, want kinderen doen niks voor niks. Je moet ze echt wat bieden.” Zo kunnen jongeren deelnemen aan een leerprogramma in samenwerking met een ROC dat gericht onderwijs biedt. “Je kunt hier met een diploma weggaan. Daarvoor komen ze hun bed wel uit.”

Verder is er volgens Sander eigenlijk geen discussie over school. “Het is niet zo dat we ze dwingen. Maar we gaan ze wel halen. Dat lukt soms niet op de eerste dag. Soms ook niet op de tweede dag. Maar op de derde dag lukt het wel. Dat is het uitgangspunt: je komt gewoon lekker naar school. Als je er niet bent, dan missen wij jou.”

“Kom je een jongere niet ophalen, dan ga je er eigenlijk mee akkoord dat ‘ie in bed blijft liggen", valt Eri hem bij. “Dan denkt het kind ook dat het niet belangrijk is. Maar wij vinden het wel belangrijk. Wij vinden het belangrijk dat jij naar school komt, dat je met leeftijdsgenoten aan het leren bent, dat je ontdekt wat je leuk vindt, waardoor je weer aan gaat staan. Je ziet ze hier opknappen, zowel kinderen met internaliserende problematiek als externaliserende problematiek, omdat ze merken dat ze tóch dingen kunnen.”

Kennis overdragen

Om deze wijsheden te behouden voor de toekomst, is Sander naast zijn functie als coördinator aangesteld als projectleider van een onderwijscoalitie in de regio. Deze begeleidt de afbouw van de scholengemeenschap en werkt aan de opbouw van alternatieven. Zijn werk betreft onder meer het overdragen van kennis aan reguliere onderwijsinstellingen, die volgens hem minder snel zouden kunnen verwijzen naar het speciaal onderwijs.

“Dat is een leuke taak”, zegt hij. “Scholen ervaren dagelijks enorme problemen waarvan wij, als wij die met elkaar bespreken, zeggen: wat is nou eigenlijk het probleem? En dan staat zo'n kind al op vertrekken. Gelukkig krijgen we steeds vaker al in een eerder stadium de vraag om even mee te denken. Dat is fantastisch. Want dan kunnen we met relatief kleine interventies hele grote impact hebben.”

Nieuwe bestemming

Maar er zullen altijd jongeren blijven die uitvallen zonder de extra aandacht en nabijheid die speciaal voortgezet onderwijs biedt, zegt hij. “Daarom ben ik ervan overtuigd dat we altijd regionale expertisecentra moeten blijven hanteren om deze kinderen op te kunnen vangen.” Gezien de ligging, op twintig kilometer van de grens met Duitsland, is Harreveld daarvoor niet de aangewezen plek, realiseert hij zich. Toch hebben beide mannen er vertrouwen in dat ‘t Anker een nieuwe bestemming zal krijgen. Eri: “We zien een doelgroep in Nederland die iedereen heel ingewikkeld vindt. Dat zijn de jongeren die tussen JeugdzorgPlus en justitie in zitten. Veel instellingen zeggen: dit kunnen we niet, dit doen we niet. Maar wij kunnen dat wél.”