'Mijn trein komt ook. Dat voel ik'
‘Ik was onrespectvol en bijdehand, echt lastig.’ Dat zegt Gabriëlla (18) over haar eerste weken op een van de open groepen op Rijnhove. Verdrietig en boos na het overlijden van haar opa en het stoppen met haar opleiding wist Gabriëlla niet hoe ze verder moest. Het lukte haar, zoals ze het zelf noemt, een draai te maken. Nu wacht ze geduldig tot ze er echt klaar voor is om op zichzelf te wonen en verder te leren.
Zittend aan de eettafel in de woonkamer somt Gabrielle haar toekomstdromen op. ‘Over een paar jaar heb ik een eigen flat in Rotterdam Zuid, werk ik in de ouderenzorg en staat mijn paard in een manege dichtbij.’ Tot het zo ver is, wacht Gabriëlla op een ‘beschut wonen plek’. ‘Twee keer ben ik door een instelling afgewezen. Dat doen ze na het lezen van een papiertje, wist je dat? Echt bizar. Ik weet niet eens wat daar in staat.’ Gabriëlla hoopt op een plekje bij een andere organisatie. ‘Ik moet eerst nog door de molen. De GGZ gaat mijn gebruiksaanwijzing schrijven. Daarna volgt een aanmelding, een intakegesprek en dan moet ik wachten tot er een plekje is. Bizar toch, dat je eerst een stempel nodig hebt voordat je ergens naartoe kan?’
'Jij loopt weg? Ik krijg het gezeik!'
In de tussentijd viert Gabriëlla haar 18e verjaardag op de groep. In de jeugdzorg is dit een dag waarop jeugdzorgtrajecten meestal stoppen. ‘Dankzij mijn begeleiders mag ik op Rijnhove blijven. Ik heb een verlenging van zes maanden gekregen.’ De meeste meiden op de groep zijn tussen de veertien en zestien jaar oud. Gabriëlla probeert hen, omdat ze ouder is, te helpen. ‘Ik geef advies, maar ze luisteren niet. Je gaat niet verder komen met dit negatieve gedrag, zeg ik vaak.’ Het lukte Gabriëlla wel om weglopers tegen te houden. Meerdere keren zelfs. Ik zei: ‘Jij loopt weg? Ik krijg het gezeik! Dat helpt altijd wel.’ In april, bij de haar start van haar verblijf op Rijnhove, was Gabriëlla zelf ook negatief. ‘Ik lag op bed. Ik deed niet veel. Ik stootte iedereen af.’ Na een woede-aanval en een huilbui raakte ze haar negatieve gevoel kwijt. ‘Ik gooide alles er uit. In één keer. Sindsdien gaat het beter.’
'Ik ben een Rotterdamse: niet lullen, maar poetsen'
Na de praktijkschool - een kleine school met veel persoonlijke aandacht - stapte Gabriëlla over naar een reguliere mbo-school. Daar ging het mis. ‘Ik ben een Rotterdamse. Niet lullen, maar poetsen. Ik zeg wat ik denk. Ik paste daardoor niet in die klas.’ Gabriëlla voelde zich weggepest. Nu volgt ze op Rijnhove een eigen programma. Ze werkt bij de HEMA en volgt therapie. ‘Als ik naar Rotterdam verhuis, ga ik terug naar school. Dan begin ik opnieuw met mbo-1 verzorging. Op een praktijkschool. Dat is beter voor mij. Ik kan niks met een boek.’
'Op de kermis voel ik mij thuis'
Dit weekend is het jaarmarkt in Alphen aan den Rijn. Daar kijkt Gabriëlla naar uit. ‘Ik ga straks naar de kermis. Attracties, muziek, gezellige mensen. Ik voel mij daar thuis.’ Gabriëlla staat op: ‘Kun je wat met mijn verhaal? Waar kan ik het straks vinden? Heet het tussenstation? Oh, dat is grappig.’ Wanneer ze wegloopt draait Gabriëlla zich om en zegt: ‘Weet je? Mijn trein komt ook. Dat voel ik.'
’In de serie ‘Tussenstation’ vertellen jongeren over hun toekomstplannen en hoe iHub helpt deze te verwezenlijken.