Alle jongeren van het Amsterdamse JeugdzorgPlus-centrum De Koppeling wonen, sinds de sluiting van de grootschalige voorziening aan de Tafelbergweg in 2022, in kleine leefgemeenschappen in Amsterdam en Duivendrecht. Daarnaast gaan ze nu bijna twee jaar naar school buiten de geslotenheid van een instelling. OnderwijsPlus-directeur Chiara Timmermans en Helmer Kalkwiek, programmaleider bij jeugdhulpinstantie Levvel, bundelden hun krachten om dat voor elkaar te krijgen. Hoe gaat het nu? En waar liggen de uitdagingen?
‘Het besef groeit dat deze kinderen van ons allemaal zijn’
Veel om trots op te zijn
“Dat we hier überhaupt met jongeren uit de gesloten jeugdzorg in een relatief normale school zitten, en dat dit over het algemeen best goed gaat, is al veel om trots op te zijn”, zegt Helmer Kalkwiek, die vanuit jeugdhulpinstantie Levvel leiding geeft aan het talentprogramma Skills@. “En dat midden in een woonwijk”, valt OnderwijsPlus-directeur Chiara Timmermans hem bij, terwijl door een open raam het geluid van spelende kinderen van de naastgelegen basisschool naar binnenkomt.
Kalkwiek en Timmermans werken als leidinggevenden van hun eigen zorg- en onderwijsteams nauw samen aan integrale zorg- en onderwijstrajecten, gevestigd in een vleugel van het Voort College in Amsterdam Zuidoost. Bijzonder is dat hiermee de twee belangrijkste behoeften van kinderen met complexe problemen niet langer los van elkaar worden gezien. “Dit is geen verandering op het gebied van zorg alleen, maar op het gebied van zorg én onderwijs”, aldus Timmermans.
De beste vorm van zorg
Niet alleen de locatie, maar ook de vorm van het onderwijs is daardoor ingrijpend veranderd. De kinderen zitten niet meer in volle klassen, maar volgen op maat gemaakte opleidingsprogramma's van docenten die zich in no-time ontwikkelen tot leercoaches. Die streven naar een blijvende aansluiting met de scholen van herkomst, zodat leerlingen gemakkelijker kunnen terugkeren. Timmermans: “Als je het goed inricht, is onderwijs de beste vorm van zorg. Want dan geef je kinderen perspectief. Daardoor beseffen ze dat er in deze maatschappij ook een plekje voor hen is.”
Een belangrijke les die Timmermans en Kalkwiek hebben geleerd, is dat je moet accepteren dat het weleens mis gaat. “Dat varieert van te laat opstaan tot agressief gedrag en middelengebruik. Deze jongeren zitten niet in hoogspecialistische zorg omdat het wel meevalt. Het gaat erom dat wij het volhouden. Wat er ook gebeurt, de volgende dag kunnen en mogen ze gewoon weer naar school gaan”, zegt Kalkwiek. Timmermans: “Het is heel mooi als kinderen daardoor leren op hun eigen gedrag te reflecteren.”
Andere manier van denken
De uitdaging zit hem nu vooral in het uitdragen van de integrale aanpak van OnderwijsPlus en Skills@. Vroeger vielen kinderen volledig onder regie van een instelling. Maar de teams van Kalkwiek en Timmermans dragen de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk samen met de zorg- en onderwijsspecialisten die al voor, maar ook ná de opname in de jeugdzorg betrokken zijn bij een kind. “Het besef dat deze kinderen van ons allemaal zijn, groeit. Dat is helpend”, zegt Timmermans.
Dankzij die andere manier van denken is er al veel bereikt in de twee jaar waarin het gezamenlijke gedachtegoed van OnderwijsPlus en Skills@ vorm kreeg. “Vroeger zat iedereen veel meer op zijn eigen eilandje”, zegt Kalkwiek. “Dat creëerde een cultuur van contra-indicaties. Dan zeiden we al heel snel dat school bij bepaald gedrag geen optie was. Maar dat zeggen we tegenwoordig eigenlijk nooit meer. Want er is altijd wel een reden om je handen ervan af te trekken en niet met onderwijs te beginnen. Met de manier waarop we nu werken, doen we dat juist wél.”
Meer weten over OnderwijsPlus? Je vindt meer informatie op onze scholenwebsite.