Groepsvorming gaat in verschillende fases:
- Forming
- Storming
- Norming
- Performing
Het geeft houvast om deze fases aan te houden, maar zoals altijd is de werkelijkheid niet zo strak afgebakend. Zo kan er door een incident of een nieuwe leerling in de klas weer een hele nieuwe dynamiek ontstaan. Het hele proces begint dan weer van voor af aan.
Forming
Forming is de oriënterende fase. Hierin leren kinderen elkaar kennen. Deze fase gaat vanzelf, als mentor hoef je daar eigenlijk niets voor te doen.
Storming
In deze fase is het belangrijk om ruimte te bieden aan leerlingen om elkaar beter te leren kennen. Organiseer groepsvormende activiteiten zodat ze leren wat de mening van een ander is en van zichzelf. Probeer niet te snel over te gaan naar de normingsfase. Vaak voel je het aan wanneer de groep er klaar voor is om met elkaar afspraken te maken. Is de groep nog niet zo ver, dan ervaar je weerstand.
Het is ook belangrijk dat de groep leert om op een veilige manier zelf conflicten op te lossen. Alleen dan kan er een veilige cultuur in de groep ontstaan. De mentor moet niet degene zijn die het probleem oplost, maar die de groep leert hoe een probleem op te lossen is.
Norming
Met de klas/groep bepaal je in de normingsfase gezamenlijk de groepsdoelen. Denk bijvoorbeeld aan: wij willen een werkbare, fijne sfeer in de klas. Dan is het de vraag hoe we dat als groep voor elkaar gaan krijgen. Wat is precies een werkbare, fijne sfeer? En hoe gaan we dan met elkaar om? Wat zijn onze normen en waarden? Dit is iets wat je samen met de klas kunt bepalen.
Ook praktische doelen bepaal je samen. Wat doen we met verjaardagen? Of wat doen we met verdriet? Besteden we daar aandacht aan en zo ja, hoe? En wat doe je als je hulp nodig hebt in de klas? Of wat als je het niet met elkaar eens bent? ‘Vechten’ we het dan uit door een debat en goede argumenten?
Performing
In de performingfase zijn de waarden en normen bekend in de groep en is er een cultuur ontstaan met daarbij behorende rollen van de leerlingen. Nu is het de taak van de mentor om vinger aan de pols te houden en de groep erop te wijzen wanneer zij zich niet aan gemaakte afspraken houden.
Het kan ook zijn dat er geen positieve cultuur is ontstaan, maar een onveilige sfeer. Denk hierbij aan pesten, buitensluiten of een niet-taakgerichte werkhouding. Er is dan iets niet goed gegaan in het proces. Je hebt als mentor de taak de groepsvorming opnieuw in gang te zetten. Dat is een pittige opgave, maar zeker niet onmogelijk.
Meer weten over de fases van groepsvorming? Luister dan deze aflevering van De Onderwijspodcast.